In 2021 werken we tot 67 jaar. Ook elders in Europa gaat de pensioenleeftijd omhoog. Maar bijna nergens zo snel als in Nederland.

Het kan snel gaan. Nog maar acht maanden geleden zette de Oeso Nederland in de hoek van de landen die de pensioenleeftijd niet wilden verhogen.

Er lagen wel wetsvoorstellen in het parlement, gaf de Parijse organisatie toe, maar in de meeste andere landen was verhoging van de pensioenleeftijd al daadwerkelijk in de wet opgenomen.

Twee seizoenen en twee begrotingsakkoorden later is Nederland opeens in de top van de pensioenhervormers terecht gekomen. Eerst was er het Kunduz-akkoord waarin de verhoging van de pensioenleeftijd werd afgesproken. En afgelopen maandag bleek dat VVD en PvdA in het Deelakkoord de leeftijd nog sneller willen laten oplopen.

AOW-leeftijd snel omhoog

Met ingang van 2013 gaat de AOW-leeftijd ieder jaar met een maand omhoog. Vanaf 2016 komen er elk jaar drie maanden bij. En vanaf 2018 gaat het stijgingstempo naar vier maanden per jaar.

Gevolg is dat de pensioenleeftijd in 2018 op 66 jaar komt en in 2021 op 67 jaar. Daarna zal de pensioenleeftijd oplopen met de levensverwachting. Als we een jaar ouder worden, gaan we een jaar later met pensioen.

In het Kunduz-akkoord waren de vijf deelnemende partijen nog overeengekomen dat de 66 jaar een jaar later, in 2019 zou worden bereikt. De 67 kwam twee jaar later, in 2023 in zicht. Het Deelakkoord van VVD en PvdA zet dus de turbo op de Nederlandse pensioenplannen.

Sneller dan Duitsland

Daarmee is Nederland van achterblijver veranderd in een voorloper, zo blijkt uit cijfers van de Oeso. In Duitsland bijvoorbeeld, waar al in 2012 werd begonnen met de verhoging van de officiële pensioenleeftijd met een maand per jaar, wordt de mijlpaal van 66 jaar pas later bereikt.

In België houden ze tot nu toe stug vast aan 65 jaar. In Frankrijk trekken ze helemaal hun eigen plan. De regering van François Hollande heeft, geheel tegen de Europese trend in, de pensioenleeftijd verlaagd. Wie op z’n 18e begon met werken mag ook de komende jaren met 60 jaar stoppen. Voorganger Nicolas Sarkozy, had deze leeftijd naar 62 jaar opgetrokken, maar Hollande verzon zoveel uitzonderingen dat de OESO stelt dat de Fransen in de praktijk gewoon met hun 60ste kunnen stoppen met werken.

Ierland kampioen

Kampioen pensioenleeftijd wordt Nederland met de maatregel uit het Deelakkoord niet. Net niet. Ierland is van plan het werkzame leven te rekken tot maar liefst 68 jaar. Die pensioenleeftijd moet Ierland over een kleine twintig jaar bereikt hebben. Alleen als de levensverwachting van de Nederlander na 2021 snel oploopt, houden wij het Ierse tempo bij.

Spanje hoort ook bij de snelle landen. De officiële pensioenleeftijd in dat land houdt ongeveer gelijke tred met die in Duitsland. Portugal blijft achter. Daar geldt nog altijd het inmiddels door Emile Roemer verlaten adagium '65 blijft 65'.

Italië maakt vaart

In Italië gaat de pensioenleeftijd wel snel omhoog, sneller zelf dan in welk euroland ook. Maar de Italianen beginnen hun opmars vanuit de staart van het het peloton. De leeftijd gaat (voor Italiaanse mannen) omhoog van 59 in 2010 naar 67 in 2030. Griekenland gaat in de slipstream van Italië mee, en verhoogt de officiële pensioenleeftijd van 57 (!) naar bijna 66.

Ook buiten de eurozone gaat de pensioenleeftijd omhoog, al ligt het tempo nergens zo hoog als in Italië en Griekenland. De Britten volgen het Duits/Spaanse voorbeeld, en gaan naar 66 in 2020 en dan door naar 67 in 2030. Denemarken laat de uittreedleeftijd dit decennium nog op 65, maar wil daarna snel doorstoten naar 67. De Zweden doen niet mee, en houden hun pensioenleeftijd op 65.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl